Padel is een van de snelst groeiende sporten ter wereld, een sport die zich het best laat omschrijven als een combinatie tussen tennis en squash. Deze racketsport, overgewaaid uit Spanje en Zuid-Amerika, begint ook in Nederland aan populariteit te winnen. Het wordt gespeeld op een klein tennisveld, omheind door een glazen wand en hekwerk. Het wordt hoofdzakelijk gespeeld in dubbelvorm, twee tegen twee. Het is een laagdrempelig spelletje dat zowel voor beginners als gevorderden heel aantrekkelijk is. Het kan zowel binnen als buiten gespeeld worden.
Topklasse Padel bij KLTV | foto: Ronald Goedheer
Padel is voor iedereen
Padel is een sport voor jong en oud, man en vrouw, beginner of prof, valide of minder-valide, links- of rechtshandig, groot of klein, nationaal en internationaal. Padel is een manier van leven die plezier brengt, fitheid, vriendschap en inzicht geeft.
Ontstaan padel
In 1962 is padel ‘uitgevonden’ door de Mexicaan Enrique Corcuera. Prins Alfonso introduceerde padel in 1970 in Spanje, nadat hij op bezoek was geweest bij Corcuera in Acapulco. Padel verspreidde zich over andere landen en in 1969 werden de eerste banen in Argentinië gebouwd. Lees meer over de geschiedenis van padel op de (Engelstalige) website van de internationale padelfederatie (FIP). Vanaf de jaren ’00 begon padel ontzettend populair te worden in Zuid-Europa en Latijns-Amerika. Ook in Nederland kreeg deze sociale racketsport voet aan de grond. Mede dankzij Guus Hiddink, die in 2006 een padelbaan liet bouwen op het PSV-trainingscentrum. Hoewel de baan niet voldeed aan de officiële eisen, diende het wel een belangrijk doel: plezier maken.